Photoshop: Boek/Film/Game Cover
Onderwerp bedenken.
Afbeeldingen zoeken,
Bewerken,
Text plaatsen.

Introductie
In deze tutorial leer je hoe je met Photoshop verschillende afbeeldingen tot een nieuw geheel kunt samenvoegen, bijvoorbeeld voor het maken van een boek-, film- of game-cover. Voor welk boek of voor welke film of game je een cover maakt is natuurlijk aan jou. Je kunt ervoor kiezen om voor een bestaande film een cover te maken of je kunt voor een zelfbedachte film/boek of game gaan. Een parodie op een bestaande cover maken kan natuurlijk ook.
Als je (binnen korte tijd) niets kunt bedenken kun je bijvoorbeeld voor iets spannends zoals een horror film gaan zoals in het voorbeeld bovenaan, altijd een dankbaar onderwerp!
Het gaat in deze opdracht vooral om het experimenteren met de verschillende basis tools uit de Toolbar van Photoshop en dan met name de verschillende selectie tools, de gum, en het Layers paneel en om te leren hoe je daarmee gemakkelijk een digitale collage kunt maken door uit verschillende afbeeldingen stukjes te knippen en plakken.
Als houvast laat deze tutorial zien hoe je een afbeelding zoals het voorbeeld kunt maken maar laat vooral je fantasie op de vrije loop en kijk gewoon wat er gebeurt als je volledig een andere kant opgaat!
1: Photoshop openen en een nieuw bestand aanmaken
Open Photoshop en klik links bovenin de menu-balk op File > New (Bestand > Nieuw).
Klik in het New Document venster eerst bovenaan op Print (Drukwerk) en selecteer daarna uit de lijst met voorinstellingen het A4 formaat document.
Klik daarna op Create:

Zoals je ziet heb je nu een leeg wit A4 formaat Photoshop document:

Hou in gedachten dat Photoshop voor het gemak nu de hoogte en breedte van je document in millimeters laat zien als je het A4 formaat document selecteert maar dat het echte formaat van een Photoshop document áltijd in pixels is. Hoeveel pixels een A4 formaat document in Photoshop heeft kun je zien door in het venster Image > Canvas Size (Afbeelding > Canvasgrootte) het formaat op pixels te zetten:


Een A4 formaat document in Photoshop heeft pixel dimensies van 2480 x 3508 pixels, wat dus vrij veel pixels zijn. Dit is nodig voor drukwerk omdat tekst anders misschien pixelig en daardoor niet goed leesbaar is.
2: Foto’s vinden op internet (of zelf maken) en openen in Photoshop
Gebruik je webbrowser om op het internet te zoeken naar minstens drie afbeeldingen om mee te gaan werken in Photoshop.
Je kunt bijvoorbeeld een foto zoeken die je op voor de achtergrond wilt gebruiken, een foto voor de middengrond en een foto voor op de voorgrond.
Dit is een goede houvast/structuur om mee te beginnen maar hier kun je natuurlijk later van afwijken, bijvoorbeeld door weer laagjes tussen de voor/middengrond en midden/achtergrond te doen.
In de afbeelding hieronder zie je de 3 afzonderlijke lagen die voor het voorbeeld plaatje zijn gebruikt plus 1 extra transparante oranje laag helemaal bovenaan, om alles een beetje bruiner te maken als extra voorbeeld voor iets simpels wat je ook met lagen kunt doen..:

Download de drie afbeeldingen naar de Bureaublad map van je computer. Let bij het uitzoeken van de foto’s op het formaat van de afbeeldingen in pixels! Als je zoekt via Google kun je altijd het formaat van de volledige afbeelding in pixels zien als je de muiscursor boven een thumbnail afbeelding houdt:

Om het laden van de zoekresultaten sneller te laten gaan maakt Google automatisch ‘thumbnail’ afbeeldingen die qua formaat in pixels veel kleiner zijn dan de originele afbeeldingen waar de thumbnails naar verwijzen. Klik dus altijd eerst op de thumbnail om de afbeelding in de volledige grootte te zien. De originele afbeelding kun je downloaden met rechtermuisknop > Save image as.. (Afbeelding opslaan als..).
Het is verstandig om gelijk een map op je computer te maken met de naam van dit project, bijvoorbeeld ‘PhotoshopBookCover’ en daar al je afbeeldingen die je voor dit project gebruikt en je eigen nieuwe Photoshop document samen in te bewaren. Zo hou je al je ‘Resources’ en ‘Assets’ bij elkaar.
Nadat je de afbeeldingen hebt gedownload kun je deze in Photoshop openen door in de Menu-balk op File > Open (Bestand > Openen) te klikken. Als je een afbeelding in Photoshop opent, opent deze zich altijd in een nieuw tabblad, net zoals met nieuwe Photoshop documenten en net zoals met de webpagina tabbladen van internet browsers.
Open alle drie de foto’s op deze manier zodat je in totaal 4 tabbladen in Photoshop hebt: éen leeg A4 PS-document plus de 3 geopende foto’s:

Door afbeeldingen in aparte tabbladen te openen zoals je nu gedaan hebt (in plaats van ze direct in je eigen lege document te plaatsen) kun je gemakkelijk de hele afbeelding of stukken van de afbeelding opnieuw selecteren en kopiëren/plakken, als je met iets opnieuw wilt beginnen.
Je kunt afbeeldingen ook rechtsreeks naar een nieuwe laag van je lege document kopiëren via de menubalk met File > Place Embedded (Bestand > Ingesloten Plaatsen) of door bestanden vanaf je bureaublad naar het Photoshop venster te slepen, wat natuurlijk sneller is, maar ik raad je aan om voor de ‘eerst alles apart in tabbladen openen’ workflow te gaan.
Meer uitleg over bestanden plaatsen: photoshop/using/placing-files.html
3: Selecties kopiëren/plakken van het ene naar het andere document
Selecteer in Photoshop de eerste van de drie foto’s die je hebt geopend in een tabblad.
Klik daarna in de Menu-balk op ‘Select > All’ of druk op Ctrl+A op je toetsenbord.
Je selecteert hiermee alle pixels van de afbeelding. Dit zie je aan het geanimeerde (marching ants) selectie lijntje langs de randen:

Druk nu op Ctrl+C om de selectie te kopiëren naar het ‘Clipboard’ (Klembord) van je computer.
Schakel over naar het lege PS A4 document tabblad en druk meteen op Ctrl+V om de gekopieerde selectie te plakken:

In het Layers paneel is te zien dat de selectie nu in een nieuwe laag terecht is gekomen, boven/voor de witte background laag. Door op de naam van de laag te dubbelklikken kun je deze wijzigen in iets zinnigs:

Herhaal deze stapjes om ook je andere twee afbeeldingen in je A4 document to plakken zodat je dus 4 lagen in totaal hebt:

De reden dat sommige afbeeldingen na het plaatsen in je lege document veel kleiner lijken komt door de pixel dimensies van het standaard A4 Document van Photoshop (2480×3508) wat relatief groot is in verhouding tot veel normale foto’s. Als je een selectie of afbeelding in een document plakt of plaatst zorgt Photoshop ervoor dat 1 pixel van de afbeelding die je plaatst 1 pixel gebruikt van de afbeelding waarin je deze plaatst. Als de afbeelding die je kopieert bijvoorbeeld 200×200 pixels groot is en de afbeelding waar je naartoe kopieert 1000×1000, neemt de afbeelding van 200 pixels dus maar een vijfde in van de pixel ruimte:

4: Bepalen wat voor en achter elkaar wordt getoond
Afhankelijk van de volgorde waarin je de afbeeldingen in je document hebt gekopieerd zit nu misschien de afbeelding die je voor de voorgrond had bedoeld achter de achtergrond.
De volgorde van de lagen in het Layers (Lagen) paneel bepaalt wat voor en achter elkaar zit. Door je voorgrond laag helemaal omhoog te slepen in in het Layers paneel zorg je ervoor dat dit de voorste laag wordt:

5: Afbeelding transformeren
(Verplaatsen, schalen, roteren)
Het eerste wat je waarschijnlijk wilt doen nu je de afbeeldingen hebt geplaatst is ze alvast op de juiste plek zetten en misschien groter of kleiner maken.
Als je de afbeelingen alleen wilt verplaatsen kun je dit gemakkelijk doen met de Move tool, de bovenste tool in de Toolbar:

Als de bovenste tool bij jou niet de move tool maar de Artboard tool laat zien houdt dan je muisknop een paar seconden ingedrukt op de Artboard tool om de Move tool te kunnen selecteren…
Met de move tool kun je afbeeldingen verplaatsen door erop te klikken en slepen maar je kunt ook, als je de move tool hebt geselecteerd, de pijltjes toetsen op je toetsenbord gebruiken om afbeeldingen pixel voor pixel te verplaatsen.
Als je afbeeldingen tegelijkertijd wilt kunnen verplaatsen, schalen en roteren, wat heel vaak het geval is, kun je hiervoor de optie uit het menu Edit > Free Transform (Bewerken > Vrije Transformatie) gebruiken.
Je kunt ook op Ctrl+T (Cmd+T) drukken om direct Free Transform aan te zetten.
Voor meer uitleg over Free Transform lees Stap 4 van de Custom WordPress Header turorial: timcoster.wordpress.com/2017/12/02/custom-wordpress-header/
Let op: Als je klaar bent met Free Transform moet je altijd op Enter drukken om te verifiëren of op Escape als je de transformatie wilt cancelen. Als je dit niet doet blijft Free Transform aanstaan en kun je geen andere dingen doen!
6: Selecties maken
De meest basic selectie tools van Photoshop is zijn de Rectangular Marquee en de Elliptical Marquee tools (of gewoon de vierkante en cirkel selectie tools..). Met de vierkante selectie tool kun je zowel rechthoeken als vierkante selecties maken door wel of niet Shift ingedrukt te houden terwijl je een selectie klik-sleept. Met de cirkel selectie tool kun je zowel ovale als cirkel vorm selecties maken door wel of niet Shift erbij in te drukken.

De vierkante en cirkel selectie tools zijn voor veel dingen erg handig. Voor het onderwerp wat ik voor de middengrond heb gekozen niet zo handig, maar toch belangrijk om te vermelden!
Nu je de verschillende afbeeldingen waar je mee wilt werken in aparte lagen hebt gestopt en het formaat etc. hebt aangepast kun je ze gaan bewerken.
Als je voor de achtergrond laag voor bijvoorbeeld wolken of een landschap o.i.d hebt gekozen en voor de middengrond laag een huis, zoals in het voorbeeld hieronder, is het misschien nodig om van de afbeelding met het huis de achtergrond te verwijderen zodat alleen het huis overblijft:

Dit kun je in Photoshop doen op verschillende manieren. Een normale manier om dit te doen is door de achtergrond als het ware uit te knippen of weg te gummen.
Uitknippen doe je door eerst een selectie te maken en daarna de geselecteerde pixels te verwijderen.
Photoshop biedt hiervoor verschillende selectie tools maar voor dit specifieke onderwerp waarbij het vooral om schuine rechte lijnen gaat is vooral de Polygonal Lasso Tool erg handig.
Als jouw gekozen onderwerp iets heel anders is dan het huis uit het voorbeeld en voor jouw onderwerp de Polygonal Lasso-Tool niet zo goed werkt lees dan gewoon verder, na de Polygonal Lasso-Tool worden ook andere manieren uitgelegd om delen te verwijderen.
Als je de officiële Photoshop uitleg wilt over alle andere selectie tools klik dan hier, de pagina zal openen in een nieuw tabblad.
Selecteer de Polygonal Lasso tool door je muisknop een seconde of twee ingedrukt te houden op de normale lasso tool:

Zet voor het gemak de lagen waar je niet aan wilt werken op onzichtbaar door op de oogjes te drukken in het lagen paneel:

Teken selectie lijnen door aan de rand van je onderwerp te klikken en daarna steeds een stukje verder langs de randen te klikken om nieuwe punten aan de lijn toe te voegen:

Ga hiermee door tot je weer op het punt komt waar je was begonnen en dus de selectie ‘rond’ hebt gemaakt. De muiscursor zal een klein cirkeltje laten zien als je deze op het beginpunt houdt:

Pas als je de selectie rond hebt gemaakt wordt de lasso lijn definitief een selectie:

Selecteren werkt in Photoshop ongeveer hetzelfde als met normale tekst. Je kunt een selectie kopiëren met Ctrl+C of knippen met Ctrl+X. Nadat je een van de twee hebt gedaan kun je de selectie plakken met Ctrl+V.
Je kunt nu het onderwerp wat je hebt geselecteerd kopiëren, en daarna meteen plakken (komt in een nieuwe laag). Daarna kun je de originele laag verwijderen of gewoon uitzetten:

Je kunt de selectie die je hebt gemaakt ook ‘omkeren’ door in de menu-balk op Select > Inverse te klikken in de menu-balk of door Shift+Ctrl+I in te drukken.
Daarna kun je de omgekeerde selectie uitknippen met Ctrl+X of geheel verwijderen met de Backspace of Delete knop:

Selecties Aanpassen
Wees gerust als het selecteren niet in éen keer goed gaat, nadat je een selectie hebt gemaakt kun je deze namelijk nog op verschillende manieren aanpassen. Over het algemeen hoeven dingen in Photoshop nooit in éen keer goed te gaan, er zijn altijd wel manieren om incrementeel of in stapjes dingen te veranderen. De belangrijkste manier om selecties aan te passen is door te wisselen tussen de 4 verschillende selectie standen die je links bovenaan in de Application bar ziet als je een van de Photoshop selectie tools gebruikt:

Van links naar rechts zijn de verschillende standen;
New selection (Nieuwe selectie), Add to selection (Toevoegen aan selectie), Subtract from selection (Verwijderen van selectie) en Intersect with selection (Doorsnede maken met selectie)
New selection (Nieuwe selectie), waar Photoshop als het goed is standaard op staat ingesteld, maakt steeds een nieuwe selectie en verwijdert de oude.

Add to selection (Toevoegen aan selectie) voegt toe aan de selectie die je al hebt…

Subtract from selection (Weghalen van selectie) kun je gebruiken om stukken van je selectie af te halen.

Deze drie selectie standen zijn erg belangrijk, de laatste, Intersect with selection (Doorsnede maken van selectie) wat minder, deze laat namelijk alleen het overlappende deel van je selectie over.

Selecties Transformeren
Nog een belangrijke manier waarop je selecties kunt aanpassen is via de menu-balk
Select > Transform selection (Selecteren > Selectie Transformeren). Hiermee kun je selecties transformeren zoals je ook afbeeldingen kunt transformeren met Free transform. Met Transform selection kun je een selectie dus gemakkelijk, verplaatsen schalen en roteren, wat natuurlijk erg handig is als je makkelijk een perfect passende rechthoek of cirkel wilt maken!:

7: De gum en penseel/brush
Als je voor de midden of voorgrond een onderwerp hebt gekozen wat niet zulke scherpe randen heeft als een huis, zoals bijvoorbeeld een mens (zombie) of dier, is het misschien beter om de gum te gebruiken ipv een selectie uit te knippen. Als je iets selecteert en knipt krijg je altijd scherpe randen, wat meestal een erg ‘uitgeknipt’ resultaat geeft. Als je in plaats daarvan een gum gebruikt met zachte randen kun je ervoor zorgen dat de randen zachter ogen.
Mensen, haar en dieren met vacht laten zich over het algemeen niet zo goed selecteren en knippen omdat ze geen scherpe randen hebben en gedeeltelijk doorzichtig zijn dus daarvoor kun je vaak beter een gum gebruiken.
Goed om te weten is dat de gum in Photoshop eigenijk hetzelfde werkt als de penseel/brush. Je kunt je gum dus helemaal aanpassen en instellen zoals jij wilt op dezelfde manier als de penseel, via de Brush (Penseel) en Brush Settings (Penseel Instellingen) vensters:

In het Brush venster selecteer je de brush die je wilt gebruiken en in het Brush Settings venster kun je de instellingen van de gekozen brush eventueel verder aanpassen.
De vorm van de gum en welk plaatje de gum gebruikt kun je instellen in het Brush Settings (Penseel Instellingen) venster. De meest standaard gum en penseel zijn de twee cirkel plaatjes links bovenaan maar in principe kun je iedere vorm gum/penseel instellen die je wilt, een gum/penseel in Photoshop is eigenlijk gewoon een zwart/wit vierkant pixel plaatje. De resolutie ervan staat ook onder ieder penseel maar omdat de hoogte en breedte hetzelfde zijn zie je maar éen getal staan.)
Tip: Je kunt Brushes ook volledig zelf maken door bijvoorbeeld met zwart/wit iets te tekenen en te selecteren en daarna in de menu-balk op Edit > Define Brush Preset… (Bewerken > Voorinstelling penseel definiëren) te klikken.
Door een zacht bolletje als gum te kiezen en het formaat en de ‘Hardness’ ervan in te stellen kun je precies bepalen hoe zacht de rand wordt die je overhoudt na het gummen:

Om gemakkelijk tussen hoekjes te kunnen gummen kun je de vorm van je penseel ovaler maken door het getal achter Roundness in te stellen of door de bolletjes van de cirkel met de pijl te omlaag te slepen. Met de pijlcirkel kun je ook de Angle (hoek) van de brush instellen:

Standaard staat de gum ingesteld op 100% Opacity (Ondoorzichtigheid), wat wil zeggen dat de gum in éen keer voor 100% dingen weg gumt maar als je de opacity lager zet kun je ook langzaam in meerdere stapjes/penseel streken delen weggummen:

Door steeds korte stukjes weg te gummen in plaats van te proberen in 1 keer de hele vorm te gummen kun je als het misgaat ook korte stapjes terug gaan met Edit > Undo (Bewerken > Ongedaan maken) of met Ctrl+Z en kun je voorkomen dat je weer helemaal opnieuw moet beginnen als je ergens uitschiet:
<GIF>
Als je het onderwerp volledig langs de randen hebt uitgegumd kun je een van de verschillende selectie middelen gebruiken om je onderwerp te selecteren en te knippen/plakken zodat je niet de hele achtergrond weg hoeft te gummen. Bijvoorbeeld door eerst een selectie te maken, omkeren en knippen zoals in stap 6:
<GIF>
8: De Toverstaf/Magic wand
De laatste manier van selecteren waar ik je in deze tutorial kennis mee wil laten maken is de Toverstaf/Magic Wand tool, deze vind je op dezelfde plek als de Quick Selection tool, als je de muisknop erop ingedrukt houdt:
<IMAGE>
De Magic Wand tool van Photoshop gebruikt een slim algoritme dat pixels selecteert op basis van kleur met een tolerantie voor kleurverschil die je zelf kunt instellen. Als je met de Magic Wand op een pixel van je afbeelding klikt maakt photoshop een selectie die zich als een olievlek uitbreidt tot deze een kleur tegenkomt die té anders is:
<GIF>
Hoe anders de kleur mag zijn die de Magic Wand voor je selecteert bepaal je door de tolerantie te regelen, hoe groter de tolerantie hoe meer er wordt geselecteerd:
<GIF>
Door een paar keer op verschillende plekken te klikken en de selectie steeds met Ctrl+X, Delete of Backspace te verwijderen kun je sommige afbeeldingen supersnel en netjes uitknippen:
<GIF>
Focus bij het gebruiken van de Magic Wand tool vooral op de randen van het onderwerp dat je uit wilt knippen, de laatste restjes kun je daarna makkelijk met een grote gum verwijderen:
<GIF>
De Magic Wand werkt met name goed als het gebied dat je wilt selecteren niet te druk is van kleur. Bij hele drukke achtergronden heb je misschien niets aan de Magic Wand maar het is altijd slim om eerst de Magic Wand of een van de andere automatische middelen te proberen (de Quick Selection tool en de Magnetic lasso tool maken van eenzelfde soort algoritme gebruik als de Magic Wand tool) voor je handmatig te werk gaat!
8. Kleuren aanpassen
Nadat je verschillende afbeeldingen bij elkaar in éen werk hebt gestopt is er misschien een opvallend kleurverschil tussen de verschillende lagen, wat ervoor zorgt dat het allemaal misschien niet zo goed bij elkaar past. Dit kun je vaak verbeteren door alle lagen een beetje dezelfde tint en kleur te geven.
Zoals met alles in Photoshop zijn er ook om kleuren etc. aan te passen veel verschillende functies en manieren, de meest basic aanpassingen zoals brightness (helderheid), contrast en saturation (verzadiging) kun je doen via de menu-balk, Image > Adjustments en daarna bijvoorbeeld te kiezen voor brightness/Contrast, Hue/Saturation of Color Balance.
Je kunt dit allemaal per laag afzonderlijk instellen door de laag die je wilt aanpassen eerst te selecteren in het lagen paneel.
Naast de gewone ‘Adjustments’ die een laag definitief veranderen kun je in Photoshop ook gebruik maken van ‘non-destructive’ Fill en Adjustment layers. Een fill/adjustment layer is zoals de naam al zegt een laag die apart in je lagen paneel terecht komt en bijvoorbeeld van alle lagen eronder de brightness aanpast. Het voordeel hiervan is dat je een fill/adjustment layer altijd later nog kan aanpassen of verwijderen zonder dat het resultaat gelijk definitief is en dat je er dus meerdere lagen tegelijk mee kunt aanpassen.
<GIF>
Nog een laatste manier die je kunt toepassen om alle afbeeldingen van je document meer eenheid te geven is door gewoon zelf een laag met een bepaalde kleur bovenop andere lagen te doen en deze laag transparant te maken:
<IMG>
Misschien niet de meest geavanceerde manier om het te doen maar het punt wat ik hiermee wil maken is dat soms juist de simpele oplossingen het beste werken en dat je heel creatief kunt zijn met hoe je lagen en transparantie gebruikt!
9. Filters gebruiken
10. Tekst toevoegen
11. Verder experimenteren
In deze tutorial zijn zogezegd veel nieuwe deurtjes geopend die je misschien nieuwe ideeën hebben gegeven over wat je allemaal met Photoshop kunt doen. Experimenteer vooral verder en hou in gedachten dat je niet al je ideeën in éen werk hoeft te stoppen als het werk er niet om vraagt. Het is wel slim om veel te experimenteren met als doel om dingen uit te vinden en niet direct met resultaat als doel.